Inleiding
  Home  | Over afasie | Tips voor afasie | Inleiding van afasie | Custom Page | Favorite Links Page | Custom2 Page  


Mensen met deze ernstige vorm van afasie hebben veel moeite met het begrijpen van de taal en kunnen niet tot nauwelijks spreken. Vaak is er wel één zin die of woord dat ze herhaaldelijk uitspreken, bijvoorbeeld: "Die, die, die", " 't Is me wat", "Ja, ja". Klik hier voor geluidsfragment.
De uitingen worden wel met de juiste intonatie en klemtoon uitgesproken. Ook lezen en schrijven is nauwelijks mogelijk.

Mensen met een globale afasie kunnen vaak wel woorden herkennen. Ze weten wat een woord betekent als er een plaatje bijstaat of als het woord frequent gebruikt wordt. Ze herkennen bijvoorbeeld hun naam of de koppen in een tijdschrift of krant.
Ze kunnen de woorden meestal niet hardop lezen.
Mensen met een globale afasie hebben problemen met de betekenisvorming van de taal. Ze hebben moeite met het structureren van ideeën.
Tips voor communicatie bij globale afasie
  • Het is belangrijk om bij een globale afasie een rustige omgeving te creëren en oogcontact te hebben. Soms helpt het om iemand zijn hand of arm aan te reken om zijn aandacht te trekken en vast te houden.
  • Het is zinvol om bij mensen met een globale afasie veel gebruik te maken van aanwijzen, gebaren en tekenen tijdens het praten.
  • Als je bij mensen ernstige afasie iets vraagt, kun je het beste meerkeuze-vragen stellen. Beperk de vragen tot maximaal vier keuzes, anders kunnen ze je niet meer volgen. Bij het aanbieden van de meerkeuze-vragen kun je mensen laten zien uit welke antwoorden ze kunnen kiezen.
  • Ja-nee-vragen zijn heel lastige vragen, omdat de intonatie van de vraag vaak het antwoord beïnvloedt.
  • Het is ook wenselijk de kernwoorden uit een gesprek op te schrijven of te tekenen. Zo geef je iemand met afasie aanknopingspunten om de lijn van het gesprek vast te houden en begrijpen ze je beter. Ook kunnen ze er eventueel later met anderen over het onderwerp 'praten' (communiceren).
  • Als mensen woorden kunnen lezen, kan een communicatieboek een uitkomst zijn.
Mijn man Piet heeft een globale afasie. Op een dag roept hij mij (zijn vrouw) terwijl ik in de keuken bezig ben. “Te, te!” Hij begint druk te wijzen en te gebaren naar de televisie als ik de kamer in kom. “tetetet, tetetee”. De TV stond gewoon aan en ik dacht dat hij uit moest. Hij kan niet bij de aan en uit knop - Piet zit in een rolstoel en heeft hulp nodig bij het gaan staan. Hij wordt toch boos op me, de televisie moest weer aan. Ik snapte er niets van. Er was iets met de TV maar wat. Hij bleef maar wijzen op de TV, er moest iets gebeuren. Ik vroeg of het geluid harder moest. “tetete! En hij schudde nee. Of hij op een andere zender moest. Dat was het. Ik werd toen een beetje boos, want dat kan hij zelf. Dus ik zeg nog: hier heb je de afstandbediening, dat kun je zelf. Wat bleek: de afstandsbediening deed het niet meer, het batterijtje was op. Hij kwam gewoon niet op het idee om mij die afstandsbediening te laten zien en te demonstreren dat hij stuk was.